Bent u van plan uw eenmanszaak voortaan te voeren vanuit een bv, dan moet u rekening houden met een aantal fiscale gevolgen van de omzetting in de bv. Een daarvan is de berekening van de WW-premie die volgens de Belastingdienst separaat berekend wordt voor de periode vóór oprichting en ná oprichting van de bv.
Ook verenigingen en stichtingen zijn belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting voor het gedeelte waarmee ze een onderneming drijven. Als de winst niet al te hoog is, geldt wel een vrijstelling. Hoe kunt u hiervan gebruikmaken?
Lees meer: Vrijstelling Vpb voor stichting en vereniging, zo werkt het
Het kabinet acht een apart (lager) forfait voor vermogensbestanddelen waarvoor een wettelijk maximum geldt (verpachte landbouwgronden) en laag renderende beleggingen (obligaties) niet wenselijk. Tot deze conclusie komt het kabinet na onderzoek.
Lees meer: Geen lager forfait verpachte landbouwgronden en obligaties box 3
Een aandeel in het vermogen van een reservefonds van een VvE valt in box 3 in de categorie overige bezittingen. Hiervoor geldt in 2023 een forfaitair rendement van 6,17%. Hetzelfde geldt voor een aandeel in geld dat op een derdengeldrekening bij een notaris staat. Het kabinet wil voor beide zaken hier verandering in aanbrengen.
Lees meer: Lager forfait voor aandeel VvE en derdenrekening notaris in box 3
U kunt tot en met 2 juni 2023 de definitieve berekening aanvragen van de NOW voor de laatste twee periodes. Dit betreft de NOW 5 en de NOW 6.
Lees meer: Uiterlijk 2 juni definitieve NOW 5 en 6 aanvragen
Zet ik de auto op de zaak of houd ik hem liever privé? Wat is fiscaal de beste optie? Wat zijn voor mij de belangrijkste voor- en nadelen van zakelijk rijden en wat weegt dan het zwaarst? Vragen waar veel ondernemers mee worstelen. In deze advieswijzer zetten we een aantal regels voor u op een rij, zodat u voor uzelf gemakkelijker de balans kunt opmaken.
Een vordering op een fiscale partner valt in box 3 in de categorie overige bezittingen tegen in 2023 een forfaitair rendement van 6,17%. De corresponderende schuld van die fiscale partner valt echter in box 3 in de categorie schulden tegen een veel lager forfaitair rendement. Het kabinet wil in deze ongewenste situatie verandering aanbrengen.
Lees meer: Geen onderlinge vorderingen en schulden meer in box 3